Lakverf is een populaire keuze bij het opknappen van zowel binnen- als buitenmeubelen. Deze verfsoort staat nu eenmaal niet alleen bekend om zijn glans, maar ook om zijn slijtvastheid en egale afwerking. Lakverf is desondanks niet altijd de meest geschikte optie. Dit hangt sterk af van het materiaal, de locatie en het gewenste resultaat. We leggen uit wanneer lakverf de juiste keuze is voor jouw project en wanneer je beter voor een alternatief kunt kiezen. Hierbij maken we het onderscheid tussen binnen- en buitentoepassingen.
Lakverf in huis gebruiken
In het interieur wordt lakverf vaak gebruikt voor houten of metalen meubelen of andere woonelementen die intensief worden gebruikt. Denk hierbij aan binnendeuren, plinten, kasten en trappen. Dankzij de harde en duurzame afwerking is lakverf bestand tegen stoten, krassen en de meeste schoonmaakmiddelen. Glanzende lakverf reflecteert bovendien licht, waardoor een kamer er ruimer kan uitzien. Dit kan echt je woning transformeren. Toch is het niet in elke situatie de beste keuze. Voor bijvoorbeeld muren of plafonds waarbij een matte uitstraling gewenst is, wordt eerder muur- of kalkverf gebruikt. Lakverf kan in dergelijke gevallen wat te hard of te blinkend ogen.
Lakverf voor buiten
Lakverf is, indien zo aangegeven door de producent – wat meestal het geval is –, zeker geschikt voor gebruik op plaatsen die blootgesteld worden aan weerinvloeden en intensief gebruik. Denk dan aan tuinpoorten, raamkozijnen, garagepoorten en tuintafels. Een goede buitenlak beschermt tegen uv-straling, vocht, temperatuurschommelingen en luchtvervuiling. Er bestaan specifieke buitenlakverven die een flexibele en waterafstotende laag vormen. Het gebruik van dergelijke lakverf is aan te raden. Echter, het blijft belangrijk om rekening te houden met het materiaal. Bij onbehandeld hout kan een beits of een houtolie een beter alternatief zijn. Dit komt doordat een dergelijke beits dieper in het hout dringt en het laat ademen. Lakverf sluit het hout te sterk af en kan bij slechte ventilatie barsten of schilferen. Ook de houtsoort speelt een rol bij het maken van deze afweging.
Soorten lakverf en hun eigenschappen
Lakverf is verkrijgbaar in verschillende glansgraden: mat, zijdeglans en hoogglans. Hoogglanslak is het meest slijtvast en het resultaat is dan ook extra makkelijk schoon te maken. Een nadeel is dat het sneller oneffenheden toont. Matlak oogt wat rustiger en moderner, maar is gevoeliger voor vlekken. Daarnaast is er een verschil tussen lakverf op waterbasis en op solventbasis. Watergedragen lakverf is milieuvriendelijker, geurarm en sneller droog. Hierdoor geniet het bij veel mensen de voorkeur. Solventgedragen lakverf heeft echter ook heel specifieke voordelen. Zo heeft het veelal een hogere dekkracht.
Alternatieven voor lakverf
Laat het duidelijk zijn dat lakverf in veel gevallen de juiste keuze is. Soms is dat echter niet het geval. Voor muren, plafonds of grote poreuze oppervlakken is lakverf bijvoorbeeld niet ideaal, omdat het daar niet voldoende kan ademen of hechten. In zulke gevallen kies je beter voor muurverf, kalkverf of kleiverf, afhankelijk van het gewenste effect. Ook voor meubels met een rustiek karakter of voor projecten waarbij een natuurlijke houtstructuur zichtbaar moet blijven, is het gebruik van een beits of olie de betere keuze. Die producten dringen in het hout en benadrukken de natuurlijke nerf. Samengevat: lakverf is ideaal voor gladde, harde en belaste oppervlakken waar je een strakke, afwasbare afwerking wenst. Lakverf is echter minder geschikt voor poreuze of ademende materialen.